If not us, then who? Deze kreet roept u vanaf de cover van deze uitgave toe. Als wij het niet doen, wie dan wel? Het is naar mijn gevoel alles behalve een retorische vraag. Met circa 90.000 hectare grond en 12 miljoen vierkante meter vloeroppervlak is het Rijksvastgoedbedrijf de grootste grondbezitter en vastgoedeigenaar in Nederland. Dus als WIJ niet gaan verduurzamen, wie dan wel?

Gelukkig zijn we ons daar binnen de organisatie terdege van bewust. Juist die enorme hoeveelheid grond en vierkante meters vloeroppervlak geeft ons de positie om een belangrijke rol in het verduurzamingsvraagstuk te spelen. Tegelijkertijd kunnen wij als Rijksvastgoedbedrijf de nationale opgaven uit het regeerakkoord zoals de klimaat- en energietransitie, circulaire economie, woningbouw en de sociaal-economische opgave, niet optimaal uitvoeren door telkens slechts een enkel gebouw aan te pakken of te wachten op de creativiteit van één speler.

Vanuit die gedachte zijn wij vorig jaar dan ook begonnen met het in de steigers zetten van een Regionaal Ontwikkelprogramma. Rond acht projecten, waar wij zelf bezit hebben, brengen we diverse partijen en stakeholders bij elkaar. Een treffend voorbeeld daarvan is EnergieRijk in Den Haag. Dat behelst het verduurzamen van zo’n 24 overheidsgebouwen in een straal van één kilometer rondom het Centraal Station. Door het koppelen van meerdere vraagstukken ontstaat er meer slagkracht. Door vervolgens succesvolle projecten te kopiëren en op te schalen, gaan we de komende jaren massa maken.

Natuurlijk gaat dat niet vanzelf en is het voor alle betrokken partijen nog hartstikke spannend. De voorbeelden in deze uitgave laten ook zien dat de verwachtingen soms hoger waren dan dat er uiteindelijk gerealiseerd is. Ook moeten we met elkaar nog heel erg veel leren. Maar dat kan alleen als we het ook daadwerkelijk gaan doen. Daarom experimenteert het Rijksvastgoedbedrijf met manieren om de lat steeds hoger te leggen.

De geleerde lessen vertalen we vervolgens naar de reguliere aanpak zoals omschreven in de routekaarten. In de routekaarten nemen we daar waar dat kan het voortouw om zo elke keer weer een stap verder te komen, met nieuwe technieken, nieuwe vormen van samenwerking en door gebruik te maken van meer massa. Zo wordt de aanpak steeds beter en kunnen we ook in de toekomst verduurzamen: het doel halen, haalbaar en betaalbaar.

Alleen door te doen, te leren en daarna op te schalen kunnen we versnellen. Ik wens u met deze uitgave niet alleen veel leesplezier, maar toch vooral ook heel veel inspiratie toe.