Na vijf jaar draagt Eelco Ouwerkerk het programmamanagement van Kantoor vol Energie over aan Mario Dingenouts. “Het is een goed moment”, vindt Ouwerkerk, “we hebben het onderwerp energieneutraliteit van kantoorgebouwen op de kaart gezet. Nu volgt de operationele fase.” “We blijven voor beweging zorgen”, zegt Dingenouts. Een interview met de vertrekkende en komende programmamanager.

Eelco, hoe kijk je na vijf jaar terug op het programma Kantoor vol Energie?

Eelco: “Eigenlijk best tevreden. Toen we in 2012 met Kantoor vol Energie begonnen stond het onderwerp energieneutraal werkelijk nog bij niemand op het op het netvlies. We werden min of meer afgeschilderd als een stel gekke Henkies dat we ons daarmee bezig gingen houden. Er werd ook alleen gekeken naar de gebouweigenaar om te verduurzamen en er was (vrijwel) geen interactie tussen de eigenaar en de gebruiker en de gebruiker vroeg niet om energieneutraal. En als er al sprake was van verduurzaming, dan was energielabel C de norm of twee labelstappen vooruit.”

Dat is nu veranderd?

Eelco lachend: “Ja we zijn niet langer meer de gekke Henkies.” Serieus: “We hebben het onderwerp energieneutraliteit op de kaart gezet. Men heeft het zelfs over energieleverend. De markt ziet zelf in dat ook BENG voor nieuwbouw niet goed genoeg is. De lat wordt door de markt zélf hoger gelegd.

Immers, energielabel A is de minimale norm bij grotere ingrepen en de verplichte energielabel C in 2023 wordt als veel te mager gezien. Ook is de focus niet meer alleen op energiebesparing, maar ook op de meerwaarde voor de gebruiker van een duurzaam gebouw die sterk bepaald wordt door gezondheid, productiviteit, imago, risicobeheersing en toekomstbestendigheid.”

Wij zijn echt koploper geweest en dat is Kantoor vol Energie nog steeds.

Mario, jij deelt Eelco’s analyse?

Mario: “Ik ben sinds 3,5 jaar bij het programma betrokken en heb gebouweigenaren en gebruikers inderdaad die omslag zien maken dat het niet alleen anders moet maar dat vooral ook anders kan.”

Eelco vult aan: “Ik ben ervan overtuigd dat alle inspanningen van de overheid, marktpartijen en branche verenigingen en andere initiatieven zoals onder andere Platform Duurzame Huisvesting en DGBC daar met hun eigen focusgebieden een bijdrage aan hebben geleverd. Ieder op zijn eigen vlak met zijn eigen ambities. Maar als we het hebben over de ValueCase, andere manieren van samenwerken, een andere uitvraag stellen en écht hoge ambities durven vasthouden, dan zijn zijn wij echt koploper geweest en dat is Kantoor vol Energie nog steeds.”

Wat is er bereikt?

Eelco: “Wat we echt hebben bereikt is de omslag en het besef bij het Rijksvastgoedbedrijf dat de hele portefeuille voor 2050 aan de beurt is. Maar dat dat dus niet gaat lukken door vandaag de lat op energielabel A of A+ te leggen wanneer er stevig gerenoveerd wordt.  Als je kijkt naar de markt dan hebben we energieneutraal renoveren van bestaande kantoren als mogelijke kans gepositioneerd. En daarmee hebben we behoorlijk wat partijen meegenomen en vertrouwd gemaakt met het waarde-denken.

Dus dat het nodig is om een ander aanbod dat daarbij hoort te ontwikkelen. We zijn er nog niet, maar het proces is gestart en enkele partijen zijn inmiddels begonnen om deze propositie ook echt aan te bieden.”

We leggen met De Nieuwe Norm de lat heel hoog zodat men echt stappen moet maken op onderwerpen zoals samenwerking, techniek en het in kaart brengen van de wensen

Mario knikt: “We hebben de energietransitie geagendeerd en hebben daarvoor tools ontwikkeld in de vorm van de ValueCase, De Nieuwe Norm en Innovatief uitvragen. Met De Nieuwe Norm leggen we de lat hoog. Simpelweg omdat we alleen dan beweging kunnen creëren. Partijen die hiermee aan de slag gaan, moeten wel iets extra’s brengen anders redden ze het niet om een totaal energieverbruik van maximaal 50 kwh/m2 per jaar te halen.”

Je noemt De Nieuwe Norm, wat is naar jullie mening de kracht van De Nieuwe Norm?

Mario: “Wat ik al zei, we leggen met De Nieuwe Norm de lat heel hoog zodat men echt stappen moet maken op onderwerpen zoals samenwerking, techniek en het in kaart brengen van de wensen. Het is een intensief proces maar als je de lat lager legt, dan zoekt men het al snel in verbeteringen en optimalisaties. En daarmee breng je de transitie niet op gang. De stip op de horizon, daar gaat het om. Die moet leidend zijn.”

Eelco: “Voor mij is de kracht van De Nieuwe Norm vooral het feit, dat hiermee ook het maximaal energieverbruik van de gebruiker gedefinieerd is. Alle bestaande regelgeving richt zich op bouwregelgeving. Daar kan je de gebruiker dus niet in meenemen. Dat doen we in De Nieuwe Norm wel. En De Nieuwe Norm geeft heel concreet een doel in kWh per m2 per jaar. Geen lastige dimensieloze getallen zoals een EPC of energie-index. Gewoon maximaal 50 kWh/m2 per jaar, niets meer en niets minder. Dat is duidelijk toch?”

Hoe komt het dat partijen wel enthousiast  over DNN zijn, maar dan toch niet die stap zetten?

Mario: “Het is natuurlijk niet gemakkelijk. Je ziet toch dat partijen dan snel geneigd zijn om dan weer snel op oude patronen terug te vallen. Tegelijkertijd zie je met bijvoorbeeld Alliander dat het wel kan.

Eelco: “Het is inderdaad moeilijk maar men schuift ook graag uitdagingen en problemen door naar een ander. Vaak krijgen we het argument dat er ergens anders wel voldoende duurzame energie kan worden opgewekt, waardoor ze de lat voor de bestaande kantoren niet zo hoog hoeven te leggen. Maar als we allemaal zo redeneren, krijgen we gegarandeerd een vastloper in het systeem. Want de totale opwekcapaciteit voor duurzame energie is uiteindelijk ook beperkt, tenzij we in iedere gemeente in Nederland bijvoorbeeld 250 windmolens willen accepteren.”

Elders in dit magazine zegt Robert Sengers dat vooral kantoorgebruikers, de huurders dus, de aanzet tot verduurzaming moeten geven door er om te vragen? Wat vinden jullie?

Eelco: “Dat zou fijn zijn. Maar uiteindelijk moeten ook de eigenaren beseffen dat het loont en nodig is. Dus laten we niet al het initiatief bij de gebruikers leggen. Ook is er een belangrijke rol voor de eigenaar en wordt er steeds meer naar de gebruiker geluisterd, zelfs nu de verhuurmarkt weer krapper wordt. En ik zie toch ook dat eigenaren en gebruikers steeds vaker het gesprek voeren over gemeenschappelijke ambities en milieudoelstellingen.”

Mario: “Je ziet toch ook dat gebouweigenaren ook de gebruikers zijn. Kijk weer naar Alliander, die uiteindelijk zelf het besluit nam tot vergaande verduurzaming van het hoofdkantoor in Duiven.”

Hoe gaat voor Kantoor vol Energie 2017 de boeken in?

Eelco: “Er zijn ook dit jaar weer stappen gemaakt. Het Rijksvastgoedbedrijf is steviger aangehaakt, omarmt de ambities en pakt door, de gemeente Den Bosch is gestart met een vergelijkbaar programma, er wordt naar Kantoor vol Energie gekeken vanuit Energierijk en het Ministerie van BZK ziet dat we een wezenlijke bijdrage leveren aan de transitie in de kantorensector, waardoor we ook in 2018 actief blijven. We hebben de Nieuwe Norm in de markt gezet”

Omdat de ValueCase handvatten biedt om de ambities met een gebouw zichtbaar en bespreekbaar te maken.

En wat gaat 2018 worden?

Mario: “We gaan nu, wat ik maar noem, een meer  operationele fase in. Dat betekent dat we ons vooral focussen op het uitrollen van de tools zoals de ValueCase, De Nieuwe Norm en de innovatieve uitvraag. De Nieuwe Norm gaan we nog een eigen positie geven naast “BENG” en “ParisProof”. En daarnaast gaan we er aan werken dat meer partijen de ValueCase onder de knie gaan krijgen. Waarom? Omdat de ValueCase handvatten biedt om de ambities met een gebouw zichtbaar en bespreekbaar te maken.”

Waar worden accenten op gelegd?

Mario: “We gaan vooral de stappen die er zijn gezet veel meer laten zien. De goede voorbeelden,  de lessen die geleerd zijn, omdat we daarmee kunnen inspireren. Verder gaan we, met behulp van eerder genoemde tools, meer projecten ondersteunen en zo meer voorbeelden realiseren.  Want vooral goede voorbeelden inspireren weer anderen en zo creëer je beweging die nodig is voor een transitie.”