Ze noemt het een zoektocht die vooral boeiend en spannend is. Martine de Vaan, projectmanager duurzame innovatie en gebiedsontwikkeling bij het Rijksvastgoedbedrijf (RVB), benadrukt dan ook dat haar organisatie voor een meer dan flinke opgave staat als het gaat om het energieneutraal maken van het eigen vastgoed. Zo beschikt het Rijksvastgoedbedrijf over meer dan 7000 gebouwen. In totaal gaat het om een slordige 12,6 miljoen vierkante meter. “We moeten jaarlijks tientallen panden aanpakken.”

Martine de Vaan is een meer dan een trouw bezoeker van de EET-cafés van Kantoor vol Energie. “Niet alleen omdat het programma altijd goed in elkaar zit. Maar vooral ook om na afloop met de mensen daarover na te praten. Ik was altijd al bezig met duurzaamheid. Het is een verademing om op gezette tijden alleen te praten over de vraag HOE we dat voor elkaar kunnen krijgen, in plaats van de vraag of het überhaupt kán. Dat vind ik wel in het netwerk van Kantoor van Energie.”

Het Rijksvastgoedbedrijf heeft besloten om drie renovaties met de hoge ambitie van Kantoor vol Energie aan te gaan pakken. Het gaat onder andere om een Rijkskantoor aan de Tesselsschadestraat in Leeuwarden en panden aan de Herman Gorterstraat in Utrecht. Dus: energieneutraal inclusief gebruikersenergie. “We willen daar ervaring mee op doen. En dat begint inmiddels te lopen en te schuren”, vertelt De Vaan. “Dat is leuk en spannend. We gaan toch iets anders doen dan we gewend zijn. In elk pand werken mensen die in de vernieuwing moeten worden meegenomen. En in de praktijk zal straks blijken waar de belemmeringen zitten. Maar dat hoort nu eenmaal bij een innovatie en bij experimenten.”

Uitdaging

De grootste uitdaging is volgens haar dat het Rijksvastgoedbedrijf in een transitie gaat waarbij nu nog niet duidelijk is wat de beste route is. De Vaan: “Ik denk dat dat het moeilijkste is. Dat we dus moeten accepteren dat er nog geen uitrolbare strategie is, en dat we verschillende dingen gaan proberen om daartoe te komen. Dat is ook een bewuste keuze. We gaan enerzijds de markt uitdagen met een abstracte vraag. Anderzijds gaan we in andere innovatieprojecten de door het RVB gekozen technieken uitproberen.  Denk aan het testen van individuele werkplekconditionering, of een actieve schil om het gebouw, waarbij de omgevingsenergie optimaal wordt benut en opgeslagen. Dat zijn voorbeelden van innovaties die we kansrijk achten voor de rijksportefeuille, maar ook breder.

En natuurlijk”, zegt ze na een korte stilte, “zullen sommige mensen dat heel oncomfortabel vinden maar niemand weet nog precies hoe het werkt. In de kantorensector is dat zeker zo. Op een gegeven moment heeft Kantoor vol Energie terecht gezegd ‘een businesscase is er nog niet, je moet het gewoon willen’.”

Normen

Een antwoord op de vraag hoe we zo snel en effectief richting een energieneutrale omgeving gaan heeft ze snel paraat. “Duidelijke, scherpe normen stellen. Dat zal meer moeten zijn dan de Label C norm die in 2023 geldt. Maar zelfs die norm brengt nu al beweging. De achterblijvers schrikken wakker en realiseren zich dat het serieus wordt. Dwingende normen zorgen er namelijk voor dat bouwers, vastgoedeigenaren en huurders weten waar ze aan toe zijn en wat ze daarvoor moet doen. Doe je het namelijk niet, dan weten mensen ook niet of het echt belangrijk is om er rekening mee te houden.” In haar visie brengen normen dan ook de beste innovaties te weeg. “Van mij zal je niet horen dat het belangrijk is om eerst mensen te enthousiasmeren. Ik denk dat dat namelijk dan wel volgt. Ik hoor het ook vaak terug van de markt: ‘Wees nou eens duidelijk’. Als het doel helder is wordt het een sport om het te halen.”