Volgens Joost Straat, manager business development bij INNAX en gespecialiseerd in het voorkomen van onnodig energieverbruik en energiekosten zitten we midden in een oorlog. In overdrachtelijke zin natuurlijk, zegt hij er snel bij. “Als wij in 2050 een energie neutrale bebouwde omgeving willen hebben dan moeten we die oorlog met elkaar winnen; samen optrekken in plaats elkaar zien als concurrenten.”, aldus Straat die ook pleit voor een Trias Energetica 2.0.

INNAX helpt gebouweigenaren met het verduurzamen van gebouwen. Straat, twintig jaar geleden bij het bedrijf begonnen met energiemanagement en oprichter van het meetbedrijf binnen de organisatie, benadrukt dat gebouwen op dit moment flinke energieverslinders zijn. “Willen we in 2050 een energie neutrale gebouwde wereld hebben, dan is er nog wel wat nodig. Daarvoor moeten we flink veranderen!” Zelf is hij momenteel bezig met het bouwen van een energie positieve woning. “Als je dat als consument of als eigenaar van een gebouw wilt dan moet je nu toch zelf heel wat kennis meenemen om dat te realiseren. Want die kennis ontbreekt in de bouwkolom nog behoorlijk. Terwijl je juist zou verwachten dat die kennis er zou zijn gezien de tijd waarin wij leven.”

Groen imago

Aan het eind van de vorige eeuw draaide energiebesparing vooral om een groen imago. “Toen kregen we te maken met 9/11 en brak de economische crisis uit en was dat groene imago niet meer nodig. Er moest vooral geld worden bespaard. Sinds die financiële bubble is er een combinatie ontstaan van geld besparen en investeren in duurzaamheid. In basis gaat het over duurzaamheid en energie. Is het een trend of noodzaak? Dat is wel de discussie. Naar mijn gevoel is het vooral noodzaak. Om de doelstelling van Parijs te halen, moeten we met elkaar de oorlog winnen. Niet elkaar beconcurreren maar juist met elkaar samenwerken. Alle partijen in de hele sector moeten met elkaar nadenken hoe zij de oorlog gaan winnen en daarmee de wereld redden.”

Waar die samenwerking toe kan leiden staat in Duiven, het verduurzaamde hoofdkantoor van Aliander waar INNAX ook bij betrokken is geweest. “Het is nu een gebouw dat in de happy building hoog scoort en in de top 25 staat als het gaat om uitstraling. De eindgebruiker is blij als hij daar binnen is én het gebouw is energiepositief. Alliander”, benadrukt Straat, “had destijds een visie over het gebouw ontwikkeld en vervolgens gezegd ‘Wie wil er met elkaar aan de slag en wat is het idee?’

Er zijn destijds niet meer dan drie blaadjes voor de aanbesteding geweest. Een aantal consortia heeft zich ingeschreven en die partijen hebben met elkaar om de tafel gezeten om dat idee nog scherper te maken. Dan breekt de concurrentie weg en kom je met elkaar een stap hoger. Inderdaad, er zijn meer Allianders nodig.”

Bewustwording

Het begint naar zijn idee bij de bewustwording dat een gebouw niet langer een kostenpost is maar een bedrijfsmiddel. “Daar is een verandering voor nodig. Zoals wij vroeger personeel vooral zagen als mensen die het werk uitvoeren en we ze nu terecht beschouwen als het meest waardevolle onderdeel van het bedrijf. Als je op die manier naar je gebouw kijkt en je een visie ontwikkelt die aansluit op je bedrijfsdoelen dan heb je een heel ander verhaal.

Natuurlijk heb je partijen die wachten tot de wet verandert en daardoor gedwongen worden om iets te doen. Neem het voorbeeld de regelgeving Label C: vanaf 2023 mogen kantoren met Label D of slechter niet meer worden gebruikt. En dan moet er op het laatst moment snel iets worden gedaan en is er heel veel stress. Maar gelukkig zijn er ook steeds meer vastgoedeigenaren die anticiperen op veranderingen en besluiten om het vastgoed te verduurzamen.”

Het gaat erom dat je anders naar een gebouw kijkt. Is het een energieverslinder of energieproducent?

De bewustwording verder versnellen is in zijn ogen voer voor gedragswetenschappers. “Ik vergelijk het vaak met een bezoek aan een supermarkt. Ik moet een pak macaroni hebben maar word in mijn gang door de supermarkt altijd verleid om ook een Mars te kopen. Zelfs terwijl ik met mijzelf had voorgenomen dat niet te doen. Hoe kun je gedragswetenschappen zo gebruiken, dat technologische oplossingen gemeengoed worden en er zelfs om gevraagd gaat worden? Daar hebben we een nieuw speelveld voor nodig.”

Trias Energetica

Dat nieuwe speelveld zou wat hem betreft een aanscherping van de Trias Energetica zijn. “De Trias Energetica dateert uit de vorige eeuw en gaat over het beperken van het energiegebruik, duurzaam opwekken wat je nodig hebt en een efficiënt gebruik. Als je daar in de vorige eeuw mee bezig was, was dat best sexy. Maar het is inmiddels achterhaald.

Het gaat erom dat je anders naar een gebouw kijkt. Is het een energieverslinder of energieproducent? Dan trek je andere conclusies. Dan gaat het niet langer om het beperken van het gebruik maar om dat je produceert wat je nodig hebt. Dus ga je eerst kijken wat je nodig hebt, dan ga je kijken wat je doet als je teveel of te weinig energie hebt. De energie die over is wil je lokaal op kunnen slaan. En wat je daarna nog over hebt, deel je efficiënt. Dat is wat wij bij INNAX de Trias Energetica 2.0 noemen en waar wij naar toe willen.”

Durven

Aan het eind van het gesprek zegt Straat dat het misschien ook een kwestie is van durven. “Ik zie het met mijn eigen huis ook hoor. Elke keer als ik een aannemer spreek over mijn energie passieve huis begint hij over een warmetepomp. Dan is het moeilijk om er echt voor te durven kiezen.” Na een korte stilte: “Ik maak wel eens de vergelijking met de Ark van Noach. Die man kreeg te horen ‘Ga een boot bouwen op een berg’. Dan ben je goed gek maar hij deed het wel. En dat zijn nu wel de mensen die de toekomst bepalen.”